Geen vergunning nodig voor inzet mobiele mestscheider

Een veehouder in Doetinchem heeft geen omgevingsvergunning nodig bij de inzet van een mobiele mestscheider op zijn bedrijf. Dat heeft de Raad van State op woensdag 19 juni bepaald. Een buurman van van het melkveebedrijf had de zaak aangespannen omdat de gemeente weigerde om handhavend op te treden. In januari 2022 oordeelde de rechtbank Gelderland dat er wel geen vergunning nodig was en dat de gemeente diende te handhaven. De Raad van State is oneens het de uitleg van de rechtbank en vernietigt die uitspraak.

De veehouder maakt gebruik van een mobiele mestscheider. Daarbij wordt de dikke fractie opgeslagen in een container en dezelfde dag nog afgevoerd. De dunne fractie blijft op het bedrijf. De buurman ervaart overlast van de opslagcontainer en de mobiele mestscheider meende dat er sprake is van bouwwerken die niet passen binnen het geldende bestemmingsplan. Daarvoor moet de boer een passende omgevingsvergunning hebben en die ontbreekt, zo voerde hij aan.


De gemeente Doetinchem is het niet eens met die uitleg en weigerde handhavend op te treden. De Raad van State stelt de gemeente in het gelijk. Het rechtscollege stelt dat de mobiele mestscheider voor het scheiden en bewerken van mest en de container voor de opslag van gescheiden ingedikte mest niet kunnen worden aangemerkt als bouwwerken als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Daarom is er van een overtreding geen sprake en hoeft de gemeente niet te handhaven.


Meer details zijn te vinden in de uitspraak van de Raad van State.

Bron: Raad van State, 19/11/2025
Publicatie: 25-11-2025