Vrachten varkensmest terecht niet als bedrijfsintern transport aangemerkt
Het veroordeelde bedrijf houdt varkens- en pluimvee. Toezichthouders van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit hebben een fysieke controle uitgevoerd bij de onderneming op de naleving van de meststoffenregelgeving in het jaar 2018. De resultaten van deze controle zijn neergelegd in een rapport van bevindingen. Op basis van dit rapport heeft de minister geconcludeerd dat de onderneming de meststoffenregelgeving heeft overtreden.
De onderneming had voor 30 vrachten varkensmest die vanuit de varkenshouderijlocatie naar een loods waren afgevoerd geen vervoersbewijs dierlijke meststoffen opgemaakt. De vrachten waren niet gewogen, bij de afvoer van de vrachten zijn ook geen gegevens via AGR-/GPS-apparatuur vastgelegd en verzonden en de planning van de monstername werd niet gemeld.
Volgens de minister is, anders dan de onderneming stelt, geen sprake van een uitzondering op de verplichtingen die gelden voor het vervoeren van meststoffen, omdat de onderneming ten aanzien van de desbetreffende vrachten onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake was van bedrijfsintern transport. Zowel de rechtbank Limburg als het College van Beroep voor het bedrijfsleven zijn het met die interpretatie eens.
Meer details zijn te vinden in de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven.