ESPP kritisch over gehanteerde criteria voor Renure-meststoffen
Het ESPP stelt vast dat op basis van de voorgestelde criteria materialen met een hoog organisch gehalte worden toegestaan of mestproducten die sterk verdund zijn. Bovendien bevat het voorstel geen duidelijke definities en gebruikt de Europese Commissie formuleringen die niet coherent zijn met andere regelgeving, wat zou leiden tot belemmeringen voor investeringen en tot implementatieproblemen voor de lidstaten.
ESPP merkt op dat de term 'chemische meststof' die in de Nitraatrichtlijn van 1991 wordt gebruikt, niet is gedefinieerd en stelt voor om in plaats daarvan te verwijzen naar de duidelijk gedefinieerde en toepasselijke terminologie van de Europese verordening meststoffen van 'minerale meststof'.
In die verordening wordt dit gedefinieerd als een product met minder dan 1% organische koolstof. Daarnaast kent de verordening relevante specificaties voor de drie voorgestelde Renure-producten: CMC12 voor neergeslagen fosfaten, CMC15 voor teruggewonnen ammoniumzouten en PFC1(C)(I)(b) voor een 'vloeibare anorganische macronutriëntenmeststof' als minerale concentraten.
Een duidelijke definiëring zou juridische onduidelijkheden voorkomen, de productkwaliteit waarborgen, voorkomen dat materialen met een hoog gehalte aan organische stoffen worden toegestaan en de concentratie en waarde van nutriënten garanderen die geschikt zijn voor transport vanuit veehouderijgebieden naar gebieden waar meststoffen nodig zijn.