'Bij inzet stikstofstripper horen bemesting op maat en slimme voerkeuzes'
Een stikstofstripper haalt ammoniakale stikstof uit mest en zet deze om in ammoniumsulfaat. De mest die achterblijft bevat echter méér kalium en zwavel. Bij een teveel aan kalium in het rantsoen wordt de opname van magnesium verlaagd en daarmee wordt het risico op kopziekte, spierzwakte en melkziekte groter. Een te veel aan zwavel in het rantsoen remt de opname van koper en selenium. Dat kan resulteren in minder weerstand, vruchtbaarheidsproblemen en aantasting van het zenuwstelsel.
Vooral in de transitieperiode kan dit leiden tot gezondheidsproblemen. Magnesium is essentieel voor een goede calciumhuishouding. Bij een tekort kan een koe onvoldoende calcium mobiliseren bij de start van de lactatie, met melkziekte als gevolg. Bovendien vermindert een magnesiumtekort de eetlust, wat de risico’s op andere aandoeningen vergroot.
De impact van de toepassing van meststoffen afkomstig van de stikstofstripper verschilt per bodemtype. De opname van kalium en zwavel in het gewas wordt namelijk beïnvloed door bodemcapaciteit en bemesting. Zwavel wordt vooral in het vroege groeiseizoen goed benut. Later in het seizoen ontstaat sneller een overschot, wat de balans met andere mineralen kan verstoren.
Inzet van een stikstofstripper past alleen in de bedrijfsvoering als de mest- én voerstrategie nauw op elkaar worden afgestemd met bemesting op maat, slimme voerkeuzes en een zorgvuldige monitoring.