LTO werkt aan verlichting mestproblematiek

De vakgroep Melkveehouderij van LTO kijkt terug op de resultaten van het, in 2024 opgestelde, crisisplan voor de problematiek waar de sector door de afbouw van de derogatiebeschikking in terecht is gekomen. Samen met andere melkveehouderorganisaties en de Nederlandse zuivelorganisatie NZO zijn initiatieven genomen om de druk op de mestmarkt te verlichten, verlaging van de mestplafonds het hoofd te bieden en een generieke korting te voorkomen.

De partijen in de melkveehouderij, hebben de handen ineengeslagen om als belangrijke maatregel het aandeel ruw eiwit in het rantsoen te verlagen. In een convenant zijn afspraken hierover gemaakt, zodat de stikstofexcretie van de Nederlandse melkveestapel afneemt. Hiermee wordt een extra bijdrage geleverd aan het voorkomen van overschrijding van het mestproductieplafond. Deze maatregel helpt de mestmarkt te ontlasten, afzetkosten van mest voor individuele melkveehouders te beperken en uitstoot van ammoniak te verlagen.


Er is veel te doen geweest over gasvormige verliezen. Dit heeft ertoe geleid dat een actualisatie voor de excretieforfait uit 2019 per 2025 alsnog wordt doorgevoerd. Maar alleen op stikstof. De fosfaatexcretie blijft ongewijzigd. Ondanks een eerder uitgebracht negatief advies aan de Tweede Kamer heeft de inzet van LTO Melkveehouderij geleid tot deze laatste wetenschappelijke inzichten, dat gasvormige verliezen ook worden toegepast in de BEX.


Daarnaast formuleert de minister een handreiking, zodat melkveehouders die een stikstofgat op hun bedrijf constateren dat hiermee kunnen onderbouwen. Door deze aanpassingen zal de werkelijk geproduceerde hoeveelheid stikstof in mest op melkveebedrijven beter aansluiten op de berekende hoeveelheid.


Op Europees niveau pleit LTO actief voor de toelating van Renure-meststoffen als alternatief voor kunstmest. Ondanks herhaalde besprekingen binnen het Nitraatcomité is er nog geen goedkeuring. Als er een positieve beslissing is volgt een bezwaarperiode van drie maanden voordat de nationale implementatie kan starten. LTO blijft zowel Europees als landelijk drukken op snelheid en praktische uitvoerbaarheid.


De samenwerkende melkveehouderorganisaties hebben in het crisisplan ook de oproep gedaan aan het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur om te komen met een vrijwillige extensiveringsregeling. Een die melkveehouders die kiezen voor een lagere veebezetting, tijdelijk ondersteunt. Het hoofddoel van deze regeling is dat het bijdraagt aan het behalen van het verlaagde fosfaatplafond. Hiermee wordt het risico verkleind op een generieke korting van fosfaatrechten.


Het ministerie heeft hiervoor  627 miljoen euro beschikbaar gesteld. De overheid wil dit bedrag alleen inzetten als er een sectorbijdrage tegenover staat. De banken willen deelnemende melkveehouders de mogelijkheid bieden om een deel van hun leningen te herfinancieren tegen gunstiger rentetarieven. De zuivelondernemingen, binnen het verband van NZO, zullen een financiële bijdrage leveren om gunstiger investeringsmogelijkheden te creëren voor de doorontwikkeling van sector. Hoe dit eruit ziet, wordt verder uitgewerkt.

Bron: LTO Nederland, 02/06/2025
Publicatie: 02-06-2025