Meer dan 30% van de dierlijke mest in Duitsland wordt vergist
Sinds 2012 werken de autoriteiten van Nordrhein-Westfalen, Niedersachsen en Nederland samen om het toezicht op en de administratie van mesttransporten te verbeteren. Sachsen-Anhalt sloot zich in 2015 aan. Zij ondertekenden een 'memorandum of understanding' om de uitwisseling van gegevens van grensoverschrijdend mesttransport te verbeteren. Sindsdien moeten alle Nederlandse exporten worden gemeld bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De samenwerking is gericht op het beter monitoren van de stikstofbalans: de effecten van internationale mesttransporten op de mineralenbalans.
Het Landbouw Attaché Netwerk-team in Duitsland stelde in 2015 een marktrapport op waarin werd geadviseerd om de mestmarkt in regio’s verder in het oosten van Duitsland met grote akkerbouwbedrijven te verkennen, zoals Sachsen-Anhalt en Mecklenburg-Vorpommern. De mestexport vanuit Nederland naar deze deelstaten is sinds 2014 echter nog maar beperkt toegenomen.
Volgens een enquête onder leden van de Nederlandse brancheorganisatie Cumela vormen nieuwe en van elkaar verschillende eisen aan transportregistratie in de zestien Duitse deelstaten een extra barrière voor het ontwikkelen van een bedrijfsnetwerk in Duitsland. De meeste deelstaten hebben het verplichte registratie- en rapportagesysteem gedigitaliseerd om de mesthandel te vergemakkelijken
De Duitse mestmarkt is groot en deels verzadigd, met name in de grensregio. De mogelijkheid om dierlijke mest te exporteren naar andere regio's verder van Nederland af hangt af van verschillende factoren. Zoals schommelingen in de prijs van kunstmest, mestafzetkosten in Nederland, de betaalbaarheid van nieuwe technologieën, en of akkerbouwers organische meststoffen verkiezen boven kunstmest.