Omgevingsvergunning voor mestvergistingsinstallatie vernietigd
De zaak draait om een melkveebedrijf dat de mest van 800 koeien van het eigen bedrijf wil gaan vergisten. De stichting bracht een reeks bezwaren tegen de verleende omgevingsvergunning in waarvan de meeste door de rechter als ongegrond werden beoordeeld.
Als voor een activiteit naast een omgevingsvergunning ook een natuurvergunning nodig is, kan de aanvrager kiezen of hij deze trajecten afzonderlijk of gecoördineerd wil doorlopen. Als een natuurtoestemming nodig is, maar er op het moment van het besluit over de aanvraag om omgevingsvergunning nog geen natuurvergunning is gevraagd of verleend, bestaat de verplichting om tegelijkertijd voor die activiteit een natuurtoestemming aan te vragen. Dat is de aanhaakverplichting.
De gemeente heeft bij het beoordelen van de vergunningsaanvraag de gevolgen van de fakkel bij overdruk, het filteren en het ontzwavelen niet beoordeeld. Omdat de emissies die daarbij ontstaan valt volgens de rechter niet uit te sluiten dat het gebruik van de installatie significante gevolgen kan hebben op omliggende Natura 2000-gebieden. Dit betekent dat burgemeester en wethouders niet voldoende hebben gemotiveerd dat geen natuurvergunning nodig is.
De rechtbank verklaart het beroep van de stichting op dit punt gegrond en vernietigt het bestreden besluit van de gemeente Westerveld. Het college van burgemeester en wethouders moet een nieuwe besluit te nemen op het bezwaar van de stichting met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland.