'Bij overaanbod zal de mestmarkt op slot gaan'
Tussen 2024 en 2026 neemt de plaatsingsruimte voor dierlijke mest af met bijna 60 miljoen kilo stikstof. De krimp van de veestapel zal veel geleidelijker verlopen. Gewenste en veelbelovende initiatieven voor meer mestverwerking en -export zijn gedoemd te mislukken als er voor de korte termijn geen beter perspectief komt voor de mestmarkt.
Uenk reageert onder meer op het wetsvoorstel 'Grondgebondenheid en verantwoorde mestafzet' en berekeningen die het bureau Schuttelaar & Partners daarbij heeft gemaakt. De indieners willen geen mesttransport meer over grote afstanden. Uenk voorziet dat de consequenties van het wetsvoorstel erg groot zullen zijn voor veehouders uit de Achterhoek, Veluwe, Twente en Salland en uit het zuiden van Nederland. Veel mest van deze bedrijven kan straks niet meer geleverd worden aan akkerbouwers in Noord-Nederland.
Tien jaar gelden ging er al bijna 1,5 miljoen ton drijfmest over lange afstand naar de Veenkoloniën en Oldambt. Uenk heeft de indruk dat de mestmarkt bewust als instrument wordt gebruikt voor het verkleinen van de veestapel. En dan te beginnen in de maatschappelijke landbouwgebieden in Gelderland en Overijssel. Hij vindt
dat ondernemers in de mestmarkt daar niet aan moeten meewerken.
Hij is er ook van overtuigd dat dit niet gebeurt. Wanneer de mestafzet te onzeker wordt en de risico's te groot, dan gaat de mestmarkt op slot voor extra mestaanbod. "Niet de onhoudbare situatie op de mestmarkt is de oorzaak. Maar het falen om een evenwichtige balans in de tijd te realiseren tussen het mestaanbod op de mestmarkt en de omvang van de afzetcapaciteit."