Tweede Kamer wil frequente beleidsmatige weging of mestmaatregelen toereikend zijn

De Tweede Kamer vraagt de regering in de brieven met kwartaalcijfers over de mestproductie óók in te gaan op de meest actuele inschatting van de deelname aan de landelijke beëindigingsregelingen Lbv en Lbv-plus, het effect daarvan op de mestproductie, alsmede de laatste stand van zaken van de gesprekken met de Europese Commissie en een beleidsmatige weging of de mestmaatregelen toereikend zijn. De motie met dat verzoek kwam van het CDA, ChristenUnie, VVD  en NSC werd donderdag 2 oktober aangenomen.

De vier partijen vinden dat een generieke korting op de fosfaatrechten in de melkveehouderij moet worden voorkomen. Ze constateren dat minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur haar beleidskeuze voor het stopzetten van afroming bij varkensrechten baseert op prognoses, waarbij het haar inschatting is dat de mestproductie als gevolg van deelname aan de Lbv en Lbv-plus op termijn op jaarbasis lager zal zijn dan het sectorplafond.


Wiersma deed in de Tweede Kamer eerder de toezegging regelmatig te zullen wegen of de mestmaatregelen die ze neemt toereikend zijn. Tegelijk zien de indieners van de motie, zoals de Wiersma ook schrijft, dat de Europese Commissie voor een nieuwe derogatie eraan zal hechten dat aan de voorwaarden van de huidige derogatiebeschikking is voldaan.

Bron: Tweede Kamer, 02/10/2025
Publicatie: 03-10-2025