Tweede advies mestverkenner Raymond Knops
In de eerste brief adviseerde Knops het Rijk om meer regie te nemen en voor flankerend beleid te zorgen voor lagere overheden. Ook vond hij dat er bij zowel provincies als de sector veel te veel vrijblijvendheid is, waardoor men ‘weg kan kijken’ en belangrijke en goede initiatieven niet van de grond komen.
Als vervolg op dit eerste advies en de positieve reactie van de minister is Knops in gesprek gegaan met de verantwoordelijke gedeputeerden in alle provincies.
De meeste provincies onderschrijven de noodzaak van de eerdere adviezen van Knops, en staan ook welwillend tegenover het verlenen van meer vergunningen voor mestverwerkingsinstallaties. Men erkent de waarde ervan voor lagere emissies van broeikasgassen en ammoniak, voor het verlichten van de druk op de mestmarkt, voor betere landbouwbodems en betere meststoffen en voor de productie van groen gas. Men ziet ook zeker een belangrijke rol voor mestverwerking voor de extensieve melkveehouderij om emissies te reduceren en om RENURE te produceren.
Ze zien echter ook de nodige uitdagingen en blokkades, zoals juridische (on)mogelijkheden, maatschappelijk draagvlak, de ruimtelijke ordening en verzoeken tot handhaving. Ook wil men duidelijkheid van het Rijk over de bredere aanpak van de stikstofproblematiek.
Verder is het belangrijk om te investeren in meer kennis bij vergunningverleners, toezichthouders en andere betrokkenen. Mestverwerking zijn complexe installaties en ook de omgevingseffecten zijn vaak onvoldoende bekend, en dat is een stevige bottleneck in de praktijk. Soms zijn te doorlopen procedures ook niet helder. Ook bij de ondenemers die vergunningen aanvragen blijkt de kennis niet altijd van voldoende niveau, waardoor onvolledige of onjuiste aanvragen worden gedaan. Dit alles vertraagt een soepele vergunningverlening.
Provincies zijn bereid mee te bouwen aan gezamenlijke kennisteams om kennis te delen en verhogen en om een gezamenlijke informatiebron te hebben.
Belangrijk is ook dat er heldere afspraken worden gemaakt (via een bestuurlijk akkoord) over de rolverdeling tussen Rijk, provincies, gemeentes en omgevingsdiensten.
Om tot opschaling te komen adviseert Knops de overheid om in te zetten op drie stappen om capaciteit sneller te vergroten, in volgorde van eenvoudigheid:
- Benut niet gebruikte capaciteit bij vergunde installaties (momenteel wordt 74% van de operationele capaciteit gebruikt).
- Faciliteer uitbreiding van bestaande installaties met latente ruimte in de natuur- en omgevingsvergunning. Bied hiervoor ondersteuning bij het verkrijgen van aanvullende vergunningen.
- Inventariseer kansrijke maar nog niet vergunde initiatieven.
Knops komt tot de volgende aanbevelingen:
- Zet het proces voort om te komen tot een bestuurlijk akkoord tussen Rijk en provincies, rekening houdend met verschillen tussen de provincies, en met ruimte voor maatwerk.
- Intensiveer de inzet op gezamenlijke kennisteams en voor meer uitvoeringscapaciteit bij overheden. LVVN dient hier actief in te investeren.
- Breng de huidige en benodigde mestverwerkingscapaciteit beter in beeld via een integraal dashboard.
De volledige brief is hier te downloaden.
NCM-symposium
Op het NCM-symposium op 24 november zal Raymond Knops een toelichting komen geven over zijn bevindingen en adviezen. Naast zijn rol als verkenner voor een beter lopende vergunningverlening is hij ook actief als mestgezant waarbij hij ondersteuning biedt voor de export van organische mest, onder andere door het organiseren van drie handelsmissies.
