VTTI Bio-Energy Tilburg wil binnen een jaar in productie zijn

Op Energiehub De Spinder in Tilburg wordt een nieuwe biomassacentrale gebouwd; VTTI Bio-Energy Tilburg (VBT). Het bedrijf gaat varkensmest en organische reststromen vergisten. De eindproducten zijn alleen biomethaan (groen gas) en mestkorrels. VTTI, een bedrijf dat wereldwijd actief is in de opslag van energie, is de investeerder achter VBT.

De installatie
Operationeel manager John Horrevorts licht aan Boerderij toe hoe de installatie er in grote lijnen uit gaat zien. De hal in aanbouw bestaat uit drie delen en heeft een oppervlakte van 2.000 m2. De hal wordt 15 meter hoog. In het midden wordt digestaat gescheiden. De dunne fractie zal worden gezuiverd tot loosbaar water. In een ander deel van de hal wordt digestaat gedroogd en gekorreld. Hier komt ook een aanbouw voor een wkk en ruimte voor een installatie om biogas op te waarderen tot groen gas van aardgaskwaliteit. De andere kant van de hal gaat fungeren als ontvangstruimte voor vaste mest en co-producten. Daarnaast wordt hier het mengsel voor de vergisters gemaakt. In totaal komen er 6 reactoren van elk 7.000 kuub voor het vergisten van mest en de reststromen. Vier van deze reactoren zijn voorvergisters en twee zijn navergisters. Ook zijn er twee kleinere tanks: een ontvangsttank en een buffer voor de aangemaakte voedingsmix.

VBT geeft aan jaarlijks 325.000 ton biomassa te gaan vergisten. Volgens de planning gaat de installatie in het vierde kwartaal van 2023 draaien. Het is de bedoeling om te starten met ongeveer 90% (varkens)mest en 10% bijproducten. Die input zal op jaarbasis 23 miljoen kuub biogas opleveren. Ongeveer vier miljoen kuub van dit volume wordt opgewaardeerd biomethaan en ingevoerd op het gasnet. Het bijzondere aan deze installatie is dat een groot deel van het gas wordt gebruikt om de dikke fractie van het digestaat en het concentraat uit de dunne fractie te drogen. Al het digestaat, inclusief het concentraat dat wordt gewonnen na bewerking en zuivering van de dunne fractie, verlaat in korrelvorm de fabriek. VBT wil jaarlijks 40.000 ton mestpellets fabriceren met vier procent stikstof, vijf procent fosfaat, drie procent kali en veel organische stof per ton mestpellets. In het interview met Boerderij zegt Horrevorts: “Het digestaat wordt compleet verwerkt. We willen hier reststromen opwerken en zo hoog mogelijk in de keten weer terugzetten.”

Langjarige leverafspraken
Er is jaarlijks zo’n 300.000 ton mest nodig om de ambities te kunnen realiseren. Voor ruim de helft van dit volume wil VBT langjarig leverafspraken maken met een looptijd van 10 jaar. John Horrevorts is daarom druk bezig met het contracteren daarvan. Ongeacht het fosfaatgehalte is het poorttarief €16 per ton. Ongeveer 40% van het mestvolume zal komen van kortlopende overeenkomsten die vooral met intermediairs afgesloten worden.

Het percentage mest in de installatie hoeft niet per se 85% of meer te zijn, maar mag ook lager zijn. De initiatiefnemers maken zich niet druk over de beschikbaarheid van mest. Er wordt rekening gehouden met een krimp van de veestapel en minder mest, maar er is ook reden om aan te nemen dat er op termijn een groter deel van de mest bewerkt gaat worden. Zo wijst de uitvoeringsagenda mest van de provincie Noord-Brabant ook in die richting. Bovendien zit de installatie op een strategisch gunstige plek, met veel veehouderij in de nabije omgeving.

Milieueffecten
Wageningen Livestock Research heeft calculaties uitgevoerd met betrekking tot de komst van VBT. Hieruit blijkt een jaarlijkse emissieverlaging van 60.000 ton CO2-equivalenten. Mesttransport is hierbij ingecalculeerd. Deze berekende milieuwinst is dus aanzienlijk. Het zit vooral in de verlaging van de methaanemissie uit de mest. VBT wil de mest zo vers mogelijk laden bij de boeren, zodat het maar even onder de stal zit. Daarnaast halveert de ammoniakuitstoot. Deze winst wordt voornamelijk behaald bij het aanwenden van de mest. Er zijn dan amper ammoniakemissies, doordat de bewerkte mest als droge pellets over het land wordt verdeeld.

De levering aan VBT is door Wageningen Livestock Research vergeleken met de gangbare situatie waarbij een deel van de dikke fractie van de mest wordt gecomposteerd en geëxporteerd. De dunne fractie en het restant van de dikke fractie worden dan zo dicht mogelijk in de buurt uitgereden. Omdat de Brabantse veehouders in 2024 te maken krijgen met een reductiedoelstelling van 85%, zal de ammoniakwinst vanaf dan lager uitpakken.

Er worden forse maatregelen genomen om overlast voor de omgeving te voorkomen. Eerst wordt de lucht die gebruikt wordt voor het drogen van digestaat en concentraat ontdaan van stof. Vervolgens gaat de lucht door een drietrapsluchtwasser die een factor twee groter is dan noodzakelijk. Er is maar één emissiepunt en alle bewerkingen vinden binnen plaats. Monitoring van de emissies en handhaving door de milieudienst is hierdoor simpel. In de omgeving is er toch vrees voor overlast. Een onherroepelijke vergunning voor het bedrijf is in 2018 afgegeven. Dit jaar is een milieuneutrale wijziging van de vergunning verleend, waar nog bezwaren tegen lopen. De bezwaarmakers gooien het op geuroverlast en ammoniakemissie.

 

VTTI Bio-Energy Tilburg wil binnen een jaar in productie zijn
Auteur: Nicky Kamminga
Bron: Boerderij
Publicatie: 02-12-2022