Nederland deed onvoldoende aan bestrijding mestfraude

Nederland heeft de beloftes aan de Europese Commissie over het bestrijden van mestfraude de afgelopen jaren niet voldoende waargemaakt. Het zou volgens betrokken bij de gesprekken over een nieuwe derogatie voor het uitrijden van extra dierlijke mest, een van de redenen zijn waarom die uitzonderingspositie voor Nederland de komende jaren wordt afgebouwd. Het ministerie van LNV erkent dat de bestrijding van mestfraude een belangrijk punt is geweest in de onderhandelingen over een nieuwe derogatie. Dat de beloftes van 2020 niet volledig zijn nagekomen, wijt het ministerie met name aan coronamaatregelen en technische problemen.

In 2020 deed minister Schouten van LNV aan de Europese Commissie beloftes rond de aanpak van mestfraude. In een aantal regio's zou strenger worden gecontroleerd op fraude, varkenshouderijen in het hele land zouden vaker worden gecontroleerd, er zou een digitaal systeem komen om mesttransporten te volgen en er zou een nieuw sanctiebeleid worden ingevoerd.


Er waren extra controles op fraude gepland in de Peel, op de Veluwe en in Twente. In die regio's nam het aantal controles de afgelopen jaren echter af. In de Peel werden in 2018 circa 1000 bedrijven ter plaatse gecontroleerd, in 2021 waren dat er nog  650. Ook in Twente nam het aantal controles in die periode af. Op de Veluwe bleef het aantal stabiel. In de periode 2018 - 2021 nam het aantal controles  buiten de risicogebieden juist toe.


Vanaf 1 januari 2023 zullen alle mesttransporten in Nederland online volledig te volgen zijn via het nieuwe Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen rVDM. Nederland beloofde de Europese Commissie echter om dit systeem al in 2021 operationeel te hebben. Daarnaast zouden er jaarlijks op 5,5% van alle varkenshouderijen fysieke controles plaatsvinden om mestfraude op te sporen. Ook dat doel is niet gehaald: op slechts 4% van de bedrijven is een controle geweest.

Bron: NOS, 10/09/2022
Publicatie: 12-09-2022