Voorstellen ter voorkoming van oppervlakkige afspoeling iets bijgesteld

Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft na inbreng vanuit de akkerbouwsector in het ontwerpbesluit vanwege het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn de voorgestelde maatregelen om afspoeling van akkerbouwpercelen te voorkomen iets aangepast. Dat schrijft zij aan de Tweede Kamer in reactie op vragen het CDA en de VVD.
Bij neerslag kunnen nutriënten oppervlakkig afspoelen van percelen naar nabijgelegen wateren. Deze afspoeling bemoeilijkt voor landbouwers met ruggenteelten op klei- of lössgronden door het plaatsen van waarneembare hindernissen. Bij de consultatieversie van het ontwerpbesluit had Schouten 2 opties opgenomen om oppervlakkige afspoeling tegen te gaan: het frezen van een greppel parallel aan de watergang rondom het perceel zonder aansluiting op oppervlaktewater en het aanleggen van drempeltjes tussen de ruggen.

De consultatie heeft mede door inbreng vanuit de akkerbouwsector geleid tot aanpassingen van deze maatregelen. De optie van het frezen van een greppel is verbreed. Een teler kan afwaterende greppels of infiltratiesleuven aanleggen die bij normale weersomstandigheden het afstromende water opvangen en niet afwateren op de watergang.

De optie van het aanleggen van drempeltjes tussen de ruggen is gewijzigd. Er mogen tijdens of na het aanleggen van de ruggen mechanisch kleine drempeltjes worden gemaakt tot een afstand van maximaal 2 meter. Bij pootaardappelen is deze maatregel lastig toepasbaar, erkent Schouten. Daarom voorziet zij in het ontwerpbesluit in meerdere opties. Er is bovendien een derde optie toegevoegd: het verbreden van de teeltvrije zone langs watergangen. Dat houdt in dat langs de watergang grenzend aan het betreffende perceel een onbeteelde en onbemeste zone wordt aangelegd van minimaal 3 meter breed.
Bron: Ministerie van LNV, 30/09/2020
Publicatie: 08-10-2020